Land van genade en verdriet – 9
wat te doen met het oude
dat zo lustig meestinkt in het nieuwe
het oude virus bemant al flink de nieuwe kleppen
hoe herken je het oude
met zijn racisme en slijm
zijn onveranderlijke bezittelijke voornaamwoord
wat is de verleden tijd van het woord haat
wat is het symptoom van ontmenselijkt bloed
van pijn die geen taal wilde worden
van pijn die geen taal kón worden
wat moet je met het oude
hoe word je jezelf tussen anderen
hoe word je heel
hoe word je vrijgemaakt in begrip
hoe maak je goed
hoe snijd je schoon
hoe ver kan de tong overhellen naar tederheid
of de wang raken aan verzoening
een punt
een lijn die zegt: van hier af aan
van dit moment af
gaat het anders klinken
want al onze woorden liggen naast elkaar op de tafel
bibberend van mensenkleur
nu kennen we elkaar
elkaars hoofdhuid en elkaars geur elkaars bloed
we kennen de diepste geluiden die
onze nieren maken in de nacht
langzaam worden wij elkaar
opnieuw
nieuw
en híer begint het
(Deel 9 van ‘Land van genade en verdriet’, uit de bundel Kleur komt nooit alleen van Antjie Krog. Vertaling: Robert Dorsman. Uitgeverij Podium: Amsterdam 2002)
Dit gedicht blijft me raken. Ik schreef er een tekst bij voor de rubriek Touché in Woord en Dienst, die in februari 2017 verscheen. De tekst verscheen met enige aanpassingen ook als essay in het Nederlands Dagblad van 29 december 2017 onder de titel ‘Kan dat wel, heel worden, opnieuw beginnen, vrij zijn van ballast?’